Thuisblijfmoeder Angela Aagenborg-Stegeman

thuisblijfmoeder

Angela Aagenborg-Stegeman (36) is veertien jaar getrouwd en heeft samen met haar man een dochter (2007) en zoon (2011).

Angela deed meerdere studies, en behaalde diploma's voor chemisch laborant en apothekersassistente.

Lange tijd was het de vraag of haar kinderwens in vervulling zou gaan. En toen ze ME/CVS kreeg moest ze ook haar droom om een HBO studie te volgen opgegeven.

Maar een maand voordat haar contract afliep bleek ze ineens zwanger! Zwanger solliciteren vanuit de ziektewet leek Angela niks, en het UWV was het met haar eens. Na het eind van haar zwangerschapsverlof schreef ze zich daarom uit bij het UWV en werd thuisblijfmoeder.

Dit is haar verhaal.

Omgeving

Ik heb er veel over gepraat met mensen die dichtbij mij stonden. Maar uiteindelijk blijft het toch je eigen keuze en die moet goed voelen. Helaas waren er veel mensen die er een mening over hadden. En ik kan zeggen dat die meningen lang niet altijd even aardig waren. Sterker nog, sommigen waren ronduit bot en gaven me het gevoel dat ik heel klein en onbelangrijk was. De verwachting vanuit de maatschappij dat je betaald werk doet kwam daarin heel duidelijk naar voren.

Ouders en schoonouders zijn van de generatie dat het normaal was dat de vrouw thuis was. Vanuit die hoek dus veel begrip. Vrienden reageerden wisselend, sommigen ‘halen hun neus ervoor op’, anderen begrijpen het, of doen in ieder geval alsof ze het begrijpen.

Nu, tien jaar later, krijg ik nog steeds regelmatig negatieve reacties. Die brengen me toch altijd weer aan het wankelen, hoewel het beter gaat dan in het begin.

Partner

Mijn man en ik hebben er veel over gesproken. Maar hij gaf vanaf het begin aan het een goed idee te vinden dat ik de eerste paar jaar thuis zou blijven bij de kinderen, zonder daarmee ouderwets te willen zijn.

Bovendien redeneerden we: 'Als de jongste vier of vijf wordt,  kan ik altijd weer een baan gaan zoeken die te combineren is met schooltijden.' Maar het liep anders. De eerste bleef uit en toen zij er eenmaal was liet ook haar broertje op zich wachten. Nummer drie laat nu ook al jaren op zich wachten. Het is best lastig om keuzes te maken terwijl je grootste droom nog in de wachtstand staat.

Nog altijd staat we achter onze beslissing, en hij pusht me helemaal niet om een baan te gaan zoeken. Dat is overigens nog best een uitdaging is als je je kinderen niet vier dagen per week in de opvang wilt hebben, en toch een passende baan wilt.

Op dit moment heb ik er meer problemen mee dan hij. Mannen kunnen vaak heel objectief naar omstandigheden kijken. En dat doet hij ook. Zijn visie kort door de bocht: ik werk voor het geld en jij werkt voor mij. We hebben geen kinderopvangkosten, geen problemen met het van en naar school brengen van de kinderen (iets dat toch een uur per dag kost, minstens), geen problemen met ziekte dagen, geen problemen tijdens vakanties.

Taakverdeling

Het is logisch dat ik meer in het huishouden doe,. Maar in de praktijk blijkt dit vaak lastiger dan gedacht, mede door mijn ziekte. Daardoor doe ik meer huishoudelijk werk in het weekend dan door de week. Nu ook de jongste naar school gaat is het een stuk makkelijker. Dat neemt niet weg dat zo’n 85-90% van alle thuis werkzaamheden (zoals huishouding, administratie en afspraken voor de kinderen) door mij werden (en worden) gedaan. Met kleine kinderen in huis rondkruipend of lopend is dat toch lastiger hoe leuk je het ook bedacht hebt. Het enige dat je kunt doen is je er in berusten dat een dag anders loopt dan gehoopt.

Financiën

We hebben er uiteraard goed naar gekeken.  Het was financieel best lastig. Er viel een netto inkomen van 1500 euro weg (24 uur) en dat merk je absoluut!

We hebben gekeken naar thuiswerk, maar in de praktijk bleek dit niet handig.

  • Ten eerste moet je vaak zelf geld inleggen en dat geld is er niet. 
  • Ten tweede is het al moeilijk genoeg om met een baby/peuter/kleuter je huishouden gedaan te krijgen, laat staan extra werk/
  • Ten derde heb je ruimte nodig waar je de spullen neer kunt zetten en eventueel kan laten staan
  • En als laatste had ik die energie gewoon niet door mijn ziekte. 

Door mijn ziekte moet ik zorgvuldig kiezen. Net als geld is energie maar eenmaal te gebruiken en op is op.
Er zijn wel momenten dat ik het er moeilijk mee heb dat ik financieel afhankelijk van mijn man, ik zie het dan vooral heel zwart wit.

Financiële afhankelijkheid

Op dit moment heb ik er meer problemen mee dan hij. Mannen kunnen vaak heel objectief naar omstandigheden kijken. En dat doet hij ook. Zijn visie kort door de bocht: ik werk voor het geld en jij werkt voor mij. We hebben geen kinderopvangkosten, geen problemen met het van en naar school brengen van de kinderen (iets dat toch een uur per dag kost, minstens), geen problemen met ziekte dagen, geen problemen tijdens vakanties.

Voorheen zag ik het alleen maar vanuit mijn (zwarte) standpunt: ik heb geen inkomen, geen pensioenopbouw, geen spaarpotje. Maar mijn man bekijkt het vanuit een ander standpunt – de werkzaamheden die ik uitvoer, zouden anders betaald moeten worden aan iemand anders. Bijvoorbeeld een gastouder of een andere vorm van kinderopvang, met als verschil dat ik er geen arbeidscontract voor heb.

In de basis weten we dat het goed zit tussen ons, er is een verdeling gemaakt tussen werkzaamheden, de een krijgt ervoor betaald, de ander niet, uiteindelijk worden de rekeningen uit dezelfde pot betaald, het doet er niet toe wie dat potje vult. Hij is net zo afhankelijk van mij als ik van hem als je het toch zwart/wit wilt bekijken. Als ik weg ga heeft hij een probleem om alles geregeld te krijgen.

Terug naar de arbeidsmarkt

Ooit zal ik wel weer gaan deelnemen aan het 'grotere' arbeidsproces, maar op dit moment vind ik mijn vrijwilligerswerk (op dit moment zo’n twintig uur per week, maar wordt uitgebreid) wel genoeg,. Ik doe dat twintig uur per week, en het wordt nog meer. Dit helpt mij ook ontplooien. Mijn vrijwilligerswerk als blogger voor verschillende websites maakt me een betere auteur en het werk in een verzorgingstehuis zorgt ervoor dat ik het leven vanuit meerdere standpunten kan bekijken, daar ben ik een luisterend oor en vergis je er niet in hoeveel je kunt leren van vrijwilligerswerk! Dat is vaak een ondergeschoven kindje, maar o zo belangrijk. Het feit dat het onbetaald is mag geen reden zijn om het bagatelliseren!

Grootste uitdaging als thuisblijfmoeder

Wanneer je kinderen nog niet naar school gaan is je grootste uitdaging de dag door te komen. Kinderen vragen nou eenmaal heel veel aandacht en als ik het vergelijk met mijn laatste banen dan is het erger dan een zeurende cliënt. Kinderen gaan namelijk nooit uit je hoofd, ze zitten er altijd en maken enorm veel lawaai als ze je aandacht willen. Klinkt dat erg verwend? Soms zijn er gewoon van die dagen dat de kinderen erom vragen om achter het behang geplakt te worden en dat zijn toch wel de momenten dat ik denk: 'Had ik nu maar een baan.'

Begrijp me niet verkeerd: ik hou ervan om mijn kinderen te zien opgroeien, maar ik geef er ook heel erg veel voor op. Er lijkt een soort van trend te zijn ontstaan om thuisblijfmoeders (en vaders, laten we die niet vergeten, ze zijn er!) als lui en ongeïnteresseerd te omschrijven. Als vrouwen die zich niet willen ontplooien, nergens in geïnteresseerd zijn en vooral aasgieren zijn die het geld van hun partners uitgeven. Vrouwen die hele dagen televisie kijken en een pak koekjes leegeten terwijl ze ’s middag met hun kinderen thee drinken.

Ik geef heel eerlijk toe dat de huisvrouw van de jaren vijftig het véél zwaarder had dan wij, maar we moeten wel van het bovengenoemde vooroordeel af.

Leukste kanten aan het thuisblijfmoederschap

Het leukste vind ik dat ik alle kleine stappen meekrijg. Ik kan ze hier opsommen, maar we kennen allemaal de mijlpalen van onze kinderen. Wat ik heerlijk vind is dat ik naast de dagelijkse stress om de kinderen op tijd op (een aparte) school te krijgen, geen extra stress heb om op tijd op mijn werk te komen. En ook geen stress op dagen dat de kinderen ziek zij,n of de leerkrachten studiedagen hebben. Dat zijn er samen toch al zes.

Daarnaast heb ik geen problemen om de vakanties rond te krijgen en kunnen er regelmatig vriendjes komen spelen. Daarnaast heeft één van mijn kinderen extra zorg nodig die ik kan bieden.

Een week uit mijn leven

Om tien over acht trekken we allemaal onze jassen aan en lopen we naar onze garage om de fietsen te pakken. We fietsen naar de school van zoonlief, meestal zit hij als één van de eersten in de klas. Na een knuffel, een kus en 'Ik hou van jou,' ren ik terug naar de fiets en fiets ik met mijn dochter naar haar school 3,5 km verderop. Vooral nu, in de herfst, is het een hele opgave om op tijd te komen. We hebben zo’n twintig minuten speling en dat betekent flink doortrappen.

Als ik haar heb afgeleverd op school ga ik (na hetzelfde ritueel als bij zoonlief) naar de sportschool. De planning is dit elke maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag te doen, maar in de praktijk lukt dat lang niet altijd. Het klinkt verwend, maar ik wil vijftig kilo afvallen en heb er toch nog twaalf te gaan.

Op sommige dagen zie ik het echt als 'werk'. Zeker als ik heel erg moe ben. Om meteen even een vooroordeel uit de weg te ruimen: ik sport niet elke dag even fanatiek en niet sporten maakt me nóg vermoeider. Dat is een ingewikkeld verhaal, dat met mijn ziekte te maken heeft, maar waar ik nu niet teveel op in ga.

Tegen elf uur ben ik weer thuis (op dinsdag heb ik dan één of meerdere afspraken) en pak ik een kop koffie. Dan luister ik een half uur een audioboek zodat ik kan bijkomen van het sporten en zet ik nog een wasmachine aan. Daarna start ik mijn laptop op om te bloggen, studeren of schrijven. Tussendoor lunch ik en na het werk van die dag ruim ik wat rommel op en vouw ik de was op.

Als het mooi weer is gaan we op de dinsdag, na schooltijd, naar de kinderboerderij. Op de woensdag schrijf ik de hele ochtend en op vrijdag is het huishoud dag en maak ik de gehele benedenverdieping schoon.

Op zaterdag doe ik de hele bovenverdieping. Door de week ruim ik elke dag de rommel op die overal en nergens rondslingert. Om twee uur ga ik zoonlief ophalen en tegen kwart voor drie fietsen we weg om dochterlief op te halen van school. Tegen half vier zijn we weer thuis en komt het regelmatig voor dat een vriendinnetje meekomt. Dan drinken we met z’n vieren thee of warme chocolademelk.

Op woensdag gaan we regelmatig even naar het (overdekte) winkelcentrum, het watermuseum, het Nederlands Openluchtmuseum (voorheen ook Burgers’ Zoo) of doen we iets anders (meestal tv kijken, knutselen, kleuren of bakken).

Op de meeste dagen begin ik tegen half vijf met het eten klaarmaken. Hoewel ik moet zeggen dat mijn man de laatste tijd veel meer kookt dan ik omdat hij nieuwe recepten wil uitproberen en ik dat niet handig vind omdat dit het tijdstip is dat zoonlief driftig begint te worden.

Tegen kwart over vijf – half zes gaan we eten. Daarna is het tijd voor het (Sinterklaas)journaal, klokhuis en voorlezen. Mijn man brengt de kinderen elke avond naar bed (mijn minst favoriete klus) en ik ruim alle speelgoed op, ruim de vaatwasser in en haal de stofzuiger door het huis (beneden). DWDD staat dan al op pauze (lang leve het digitale tijdperk) en als ik met dit alles klaar ben kijk ik dat eerst. Daarna kijk ik hoe mijn energielevel is en kies ik uit een audioboek luisteren, een boek lezen of werken. Hoewel ik overdag best veel doe is het meestal niet genoeg.

Op maandag, dinsdag en donderdag blog ik voor mijn werk en op woensdag werk ik in het verzorgingstehuis.

Overheidsbeleid

Ik begrijp het overheidsbeleid, maar toch heb ik een een hekel aan die betutteling, alsof je niemand bent zonder een baan. Vorig jaar kreeg ik een fulltime baan aangeboden en ik heb er enorm over getwijfeld. We wilden de financiën de doorslag laten geven en kwamen toen tot de conclusie dat het toch niet zo aantrekkelijk was.

Mijn man verdient erg goed, dat is fijn, maar dat werkt ook enorm in ons nadeel. Het zorgt ervoor dat we minder recht hebben op kinderopvangtoeslag en juist dát zorgde ervoor dat ik er netto weinig aan overhield. We hebben de optie meegenomen waarin mijn man een dag per week minder zou gaan werken, maar voor zijn inkomen moet ik meer dan twee keer zoveel werken dus viel dat ook af.

Zoals ik al aangaf: ik ben niet lui, maar ik ga niet voor 300 euro netto per maand vier dagen (totaal 36 uur) per week werken. Dat is het me niet waard, want zoals ik ook al eerder zei: ik heb een beperkt energielevel.

Ik wil maximaal 3 dagen werken

Wil ik weer hetzelfde werk gaan doen, dan moet ik drie dagen werken. Maar werkgevers willen vier dagen. Dat vind ik echt teveel. Ook het feit dat de kinderen dan minder aandacht krijgen speelt hier mee.

De laatste jaren heeft  hebzucht zich meester gemaakt van de mensheid. Alles moet mooier en groter dan bij de buren. Er wordt te weinig gekeken naar wat het gezin nodig heeft. Het kan toch geen toeval zijn dat het aantal ‘probleem’ kinderen toeneemt samen met het aantal gezinnen waar beide ouders werken. Kinderen hebben een veilige haven nodig. Een kinderopvang/gastouder kan dat maar in beperkte mate bieden. Wellicht predik ik hier nu voor eigen kerk, maar dit is mijn mening.

De afgelopen jaren viel het me op dat wanneer ik dit zei mensen uit hun slof schoten. Ze zeiden dingen als: 'Jij heb lekker makkelijk praten. Jullie hebben er immers het geld voor dat een van jullie fulltime thuis blijft! Ik krijg regelmatig te horen dat het een luxe is die anderen zich niet kunnen (?) permitteren.

Dit suggereert dat we rijk zijn. Maar wij moeten daar dingen voor laten: voor ons geen prachtige (buitenlandse of luxe) vakanties, voor ons geen mooie auto, voor ons geen spaargeld, voor ons geen luxe etentjes (en daar zijn we zo dol op), voor ons geen merkkleding enz.

Het feit dat je een goed inkomen hebt, wil nog niet zeggen dat je baadt in weelde. Het draait om keuzes. Kies ik voor een mooi groot huis met dito auto, dan betekent dit dat ik meer moet werken. Wil ik meer tijd voor mijn gezin en quality time voor de kinderen? Dan moet ik daar iets anders voor opofferen.

Sociale contacten

Ik ga het niet mooier maken dan het is, die heb ik gewoon bijna niet. Mijn vrienden werken wel en hebben op hun vrije dagen wel iets anders te doen dan bij ons te komen. Die zie ik dus eens in de zoveel tijd in het weekend of als de kinderen logeren bij opa en oma. Dat vind ik geen probleem, want toen ik nog werkte kon dat ook niet.


Digitale collega's

Voor de rest heb ik meer dan genoeg collega’s, alleen ken ik ze niet in persoon, maar alleen digitaal. Als blogger werk ik met veel andere bloggers aan de website waar we voor werken, maar we kennen enkel elkaars naam en profielfoto.

Bij het verzorgingstehuis heb ik wel contacten met anderen en op Facebook heb ik voornamelijk vrienden in mijn lijst waar ik contact mee heb. Op de beide scholen van de kinderen heb ik weinig contact met ouders, daar is geen tijd voor.

Soms is het wel eenzaam, en op zulke momenten zou ik willen dat ik een baan had. Anderzijds doe ik nu waar ik altijd van droomde: ik ben fulltime moeder en op de momenten dat de kinderen op school zijn ben ik auteur en schrijf ik blogs, columns, artikelen, (boek)recensies en boeken. Nu nog zorgen dat ik eraan ga verdienen, want dan wordt het gezien als een echte baan ;-).

Tijd voor mezelf

Opladen doe ik door sporten, yoga, wandelen, te mediteren, lezen en/of muziek te luisteren. Daarnaast ga ik graag naar musea, ik kan enorm genieten van kunst en kom helemaal tot rust in Amsterdam waar prachtige musea zitten. Ook proberen we zo af en toe een dagje sauna te plannen, om weer even lekker bij te komen.

Persoonlijke ontwikkeling

Ik vind het een vooroordeel dat thuisblijfmoeders zich niet zouden ontwikkelen. Alsof mensen die een baan hebben zichzelf per definitie ontwikkelen en de mensen die niet werken dat absoluut níét doen. Je wíllen ontwikkelen zit in je of niet. Daar heb ik echt geen baan voor nodig, ik ontwikkel me elke dag. Op ieder moment van de dag kan ik ervoor kiezen om iets op te slaan of niet, om iets te leren of niet.

Vanaf het moment dat ik me bewust was van informatieopslag ben ik een spons. Ik neem alles in me op (soms té veel) en sla dat op in mijn intern geheugen. Dat kan later van pas komen. Of niet. Als ik had gewerkt dan had ik nooit zoveel cursussen kunnen doen als ik de afgelopen tien jaar heb gedaan.


Cursussen die ik heb gevolgd

Ik heb meerdere schrijfcursussen gedaan, persoonlijke ontwikkelingscursussen, een drogistenopleiding, gewichtsconsulente, spelling en grammatica, kleding naaien, journalistiek en dan heb ik het nog niet over de lezingen waar ik naartoe ben geweest, de boeken die ik heb gelezen, de mensen die ik heb gesproken. Ik heb de afgelopen twee jaar meer over de Tweede Wereldoorlog geleerd dan in de jaren ervoor, simpelweg door de verhalen aan te horen. Daarnaast heb ik om en nabij de miljoen woorden geschreven voor blogs, columns, artikelen en boeken. Daarvoor heb ik ook research gedaan. Ook heb ik een tijdje als redacteur gewerkt bij een tijdschrift.

Of je je ontwikkelt of niet, dat bepaal je zelf! En vlak vooral niet uit wat je van je kinderen kunt leren. Er is niets dat zo reflecteert als het gedrag van je kinderen. We zeggen niet voor niets dat kinderen ons een spiegel voorhouden.


Toekomst

Ik weet niet hoe mijn toekomst er uit ziet. Misschien met een derde kindje, misschien ook niet. Misschien met een fulltime baan, maar waarschijnlijk niet. Ik hoop na twaalf jaar schrijven eindelijk de erkenning te krijgen die ik verdien, maar dat zal de tijd uitwijzen.


Mijn boodschap aan anderen

Probeer vooroordelen naast je neer te leggen. Er bestaat niet zoiets als de juiste of de verkeerde keuze, wat betreft het opvoeden van kinderen en het al dan niet hebben van een baan. En hoewel het een keuze is van jou én je partner is gaat het erom wat jij ervan vindt, hoe het voor jou voelt!

Uiteindelijk ben jij toch degene die er betekenis aan moet en mag geven. Voor jou moet het goed voelen, zelfs wanneer anderen er hun (vaak meedogenloze) mening er over geven.

Blijf op de hoogte en neem een gratis emailabonnement!

Enter your email address:

Delivered by FeedBurner

Vergelijkbare berichten

5 reacties

  1. Wat een mooi genuanceerd verhaal dit. Complimenten voor deze thuisblijfmoeder. Ik heb het gevoel dat er ook veel pijn bij haar zit. Hoop dat dat niet zo is trouwens.

    Een ding vind ik lastig, haar stelling dat er veel probleemkinderen zijn bijgekomen sinds beide ouders vaak werken. Ik heb geen enkel onderzoek gezien dat die stelling bevestigt. Ik geloof daar zelf overigens ook helemaal niet in, als ik kijk in mijn omgeving zie ik dat sowieso niet bevestigd.

    Annelies

  2. Wat een mooi genuanceerd verhaal dit. Complimenten voor deze thuisblijfmoeder. Ik heb het gevoel dat er ook veel pijn bij haar zit. Hoop dat dat niet zo is trouwens.

    Een ding vind ik lastig, haar stelling dat er veel probleemkinderen zijn bijgekomen sinds beide ouders vaak werken. Ik heb geen enkel onderzoek gezien dat die stelling bevestigt. Ik geloof daar zelf overigens ook helemaal niet in, als ik kijk in mijn omgeving zie ik dat sowieso niet bevestigd.

    Annelies

  3. Beste Annelies,

    Dergelijke onderzoeken zijn ook niet welkom. Vermoedelijk is het al moeilijk er geld voor te krijgen en mocht het een ongewenste uitslag opleveren, staan er talloze doofpotten klaar 😉
    Men praat meestal liever het eigen, of populaire, gedrag goed dan er een objectieve morele meetlat langs te leggen immers 🙁 En verbazend veel mensen willen beslist niet anders zijn dan rest uit angst er niet meer bij te horen.

  4. Tja zo kun je alles wel beweren.... Ik vind het onnodig kwetsend naar werkende ouders om zoiets te zeggen. Dat vind ik net zo kwalijk als thuisblijfmoeders veroordelen...
    Groet Annelies

  5. Tja zo kun je alles wel beweren.... Ik vind het onnodig kwetsend naar werkende ouders om zoiets te zeggen. Dat vind ik net zo kwalijk als thuisblijfmoeders veroordelen...
    Groet Annelies

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *