Geld verdienen als Kinderboekenschrijfster

Fabien van Kempen (38) heeft samen met haar echtgenoot drie kinderen van negen, zes en vier.
Schrijven loopt als een rode draad door haar leven. Als kind verzon ze met haar nichtjes al allerlei avontuurlijke verhalen, en na de nodige afwijzingen kreeg ze een proefopdracht bij uitgeverij Delubas en nu is ze officieel kinderboekenschrijfster!

Wij vroegen haar het hemd van het lijf over deze carrière, hoe ze het heeft aangepakt, hoe ze het combineert met haar gezin, enzovoort.

Kortom: alles wat je altijd al wilden weten over een kinderboekenschrijfster, maar niet durfde vragen!

Wanneer besloot je dat je schrijver wilde worden?

Het was een proces. Op de basisschool maakte ik graag opstellen en op de middelbare school was Nederlands mijn lievelingsvak. Voor mijn opstel dat ik voor het eindexamen schreef, kreeg ik een negen. Daardoor overwoog ik voor het eerst serieus om ‘iets’ met schrijven te gaan doen.

Dat leidde tot een communicatiestudie, waarna ik bij verschillende bedrijven werkte, in verschillende functies waarbij schrijven altijd een rol speelde. Pas toen ik kinderen kreeg en heel veel voorlas kwam ik op het idee om kinderboeken te schrijven. En toen ik eenmaal begon, kon ik niet meer stoppen.

Deed je er een opleiding/cursus voor?

Ja, ik heb meerdere cursussen en workshops gedaan. Via de NTI, dagblad Trouw, en bij twee auteurs die ook lesgeven.

De geboorte van een schrijfcarrière

Doordat mijn man voor zijn werk veel van huis is, en we voor zijn werk regelmatig moesten verhuizen, belandde ik na het indienen van mijn ontslag aan mijn laatste werkgever, nog overrompeld door het moederschap, met een baby vanuit de Randstad in Groningen.

Omdat dit niet de eerste keer was dat ik mijn baan moest opzeggen vanwege een verhuizing, leek het mij handig iets vanuit huis te starten. Ook omdat ik toen al wist dat we nog een keer voor een aantal jaar naar het buitenland moesten. Eerst overwoog ik freelance tekstschrijver te worden, maar ik had in het Noorden van Nederland geen netwerk. Daarom besloot ik het met fictie te proberen. Eerst voor volwassenen, maar ik vond alles wat ik schreef nogal pathetisch. Ik las mijn kinderen dagelijks met veel plezier voor en raakte steeds meer geïnspireerd zelf kinderverhalen te gaan schrijven.

Waarom schrijf je graag voor kinderen?

Ik denk dat ik daarin het beste mijn fantasie en humor kwijt kan. Bovendien word ik vrolijk van de verhalen die ik verzin, dat had ik niet toen ik probeerde voor volwassenen te schrijven.

In het begin richtte ik me vooral op kleuters, maar langzaamaan begint dat steeds meer te verschuiven naar bovenbouw basisschool. In principe schrijf ik voor alle leeftijden even graag, het is dus vooral wat er op mijn pad kwam aan (proef)opdrachten en kansen. Het liefst zou ik een breed oeuvre opbouwen, voor alle leeftijden van de basisschool.

Ik merk aan mezelf dat ik tijdens het schrijven voor kinderen in een heel ander stuk van mijn hersenen zit te wroeten dan tijdens het schrijven voor volwassenen. Maar als je me vraagt dat nader uit te leggen zou ik het niet kunnen.

Waar let je op als je kinderboeken schrijft?

Het is belangrijk om op het niveau van de doelgroep een verhaal te vertellen. Daarvoor moet je niet door de knieën gaan en betuttelend gaan schrijven, maar echt in de hoofdpersoon kruipen en naar de wereld kijken zoals een kind van die leeftijd dat doet. Ook is het erg belangrijk, en moeilijk, de spanning goed op te bouwen, zodat het kind steeds verder wil lezen, nog een hoofdstuk, en nog een.

Wat is er anders aan schrijven voor kinderen dan voor volwassenen?

Het is maar hoe je het bekijkt. Aan de ene kant zou je kunnen zeggen: niks. Want in beide gevallen moet je je verplaatsen in de doelgroep. Maar daarin ligt tegelijkertijd het verschil. Als volwassene is het over het algemeen makkelijker om je in een andere volwassene te verplaatsen dan in een kind. Niet alleen wat betreft de belevingwereld, maar ook wat betreft het taalgebruik en de woordkeuze.

Ik zie dat je ook op 'avi-niveau' schrijft. Hoe doe je dat?

Avi-schrijven ervaar ik vooral als puzzelen. Bijvoorbeeld: hoe schrijf je een verhaal over een verhuizing voor avi M3 als je het woord verhuizing niet mag gebruiken? Dat vergt soms nogal wat creativiteit.

Van tevoren moet je extra goed nadenken over het verhaal. Welke woorden heb je nodig om dat te vertellen en mag je die bij het betreffende avi-niveau gebruiken? Een verhaal waarin de politie een rol speelt, kan dus niet in groep 3, simpelweg omdat het woord agent of politieman niet mag worden gebruikt.

Bij avi is het de kunst om ondanks de vele beperkingen toch zo te schrijven dat de zinnen natuurlijk overkomen. Helaas ken ik genoeg avi-boeken die veel te geforceerd geschreven zijn waardoor je kinderen niet echt warm maakt voor lezen. Het avi-schrijven is echt een vak op zich.

Veel mensen denken dat kinderboeken schrijven 'makkelijk' is. Wat vind je daarvan?

Tja, op zich kan iedereen ook wel een kinderverhaaltje verzinnen. Maar of zo’n verhaal in de ogen van een uitgever bijvoorbeeld een goede spanningsopbouw, geloofwaardige personages, voldoende zins- en woordvariatie, een goed toegepast perspectief en humor heeft, is weer een tweede.

Hoeveel tijd besteed je per week aan schrijven?

Sinds de jongste ook naar school gaat zo’n 15 uur per week. Daarvoor moest ik echt de uren bij elkaar schrapen met behulp van peuterspeelzaal en slaaptijden en kwam ik denk ik uit op een gemiddelde van 3 tot 5 uur. Tot mijn grote frustratie sliepen mijn kinderen overdag altijd zeer kort. Vaak waren ze alweer wakker tegen de tijd dat mijn slome computer pruttelend opgestart was. Ik ben soms erg jaloers geweest op ouders van kinderen die overdag 2 tot 3 uur sliepen.

Hoe ontstaat een boek? Hoe kom je op ideeën?

Ideeën stromen bij mij de hele dag binnen. Mijn fantasie raakt heel snel geprikkeld en ik zie altijd meteen grappige beelden voor me. Het kan zijn door iets wat een kind zegt, een krantenartikel, iets wat kinderen spelen, een foto in een blad, een jeugdherinnering.

Met het idee waar ik op een bepaald moment de meeste mogelijkheden in zie, ga ik verder. Dan verzin ik er personages bij en een avontuur en ontvouwt zich langzaam een boek. Tijdens het schrijven worden de details ingevuld, karakters, omgeving, bijfiguren, de invloed van hen op de hoofdpersoon, etc. Er moet heel wat ingekleurd worden en dat moet in het ideale geval elkaar aanvullen en versterken.

Hoe komen de illustraties tot stand? Ben je daar als schrijver nauw bij betrokken?

Meestal regelt de uitgever dat. Vaak kiezen zij een illustrator en zetten deze aan het werk. Tussentijds krijg je als schrijver de schetsen te zien en kun je daar feedback op geven. De invloed die je op de keuze van de illustrator en het tot stand komen van de tekeningen hebt, verschilt trouwens nogal per uitgever en soort boek.

Kun je van schrijver-zijn leven? Hoe krijg je betaald? Met royalty's?

Er zijn maar weinig schrijvers die van de royalty’s van hun boeken kunnen leven. Dan moet je echt succesvol zijn. Maar je kunt ook inkomsten uit aanverwante zaken proberen te krijgen. Zoals het geven van gastlessen of lezingen op scholen en bibliotheken. Op het moment schrijf ik elke maand een verhaal voor Taptoe. Dat is ook een mooie extra inkomstenbron, en erg leuk en uitdagend om te doen.

Hoe groot is de gemiddelde oplage van je boeken?

Tussen de 1000 en de 3000.

Hoeveel verdien je gemiddeld met één boek?

Het verschilt per boek, zo speelt de verhouding illustraties en tekst een rol. Meestal krijg je tussen de 5 en 10 % van de verkoopprijs.

Hoe combineer je het met je gezin?

Ik schrijf als de kinderen op school zijn. Maar eigenlijk ben ik er in gedachten voortdurend mee bezig. Dat is soms wel een probleem, dan ben ik heel afwezig en verstrooid en kan ik het verhaal waar ik die ochtend aan gewerkt heb moeilijk loslaten.

Je boeken worden uitgegeven door een 'echte' uitgeverij. Heb je self publishing overwogen?

Er zijn veel mensen die denken dat ze kunnen schrijven. Als een reguliere uitgever je uit de slush pile trekt, is dat meteen een bevestiging dat je ook daadwerkelijk kan schrijven. Een pod-uitgever (publishing on demand) geeft alles uit en dan zou je dus met de illusie kunnen voortleven dat je een goede schrijver bent terwijl het misschien voor een ander oersaai is wat je geschreven hebt.

Dat zou ik niet willen, dat zou voelen alsof na een toiletbezoek je rok per ongeluk aan de achterkant tussen je onderbroek blijft zitten en dat niemand het tegen je durft te zeggen. Bovendien moet je bij een pod-uitgave ook alle marketing en verkoopactiviteiten zelf organiseren en bekostigen. Zie dan maar eens je boek in de boekhandel en bibliotheek te krijgen. Dat valt nog niet mee.

Het heeft je jaren gekost bij een uitgeverij binnen te komen: kun je daar wat over vertellen?

Ik heb wel de nodige afwijzingen gekregen ja. Ik denk dat ik alles bij elkaar, met verschillend werk, wel een stuk of twintig uitgeverijen heb benaderd. Dat viel me soms zwaar. Een verhaal is toch een stuk van jezelf, waardoor het ook als een persoonlijke afwijzing voelde. Dan moest ik echt de motivatie om verder te gaan uit mijn tenen trekken.

Dat het lang duurde voordat ik beet had, komt voor een deel doordat ik jarenlang maar een paar uur per week kon schrijven. Het duurde dus gewoon erg lang voordat ik een manuscript af had. Bovendien gingen de eerste jaren ook veel uren op aan de cursussen die ik deed.

Het eerste manuscript dat ik rondstuurde was een verhalenbundel met de titel ‘Tina Treuzel en Tempo de Windhond’. Daarop kreeg ik de standaardafwijzingen ‘past niet in het fond’ en ‘geen commerciële mogelijkheden’. Ik besloot het boek naar een manuscriptbeoordelingsbureau te sturen en aan de hand van hun feedback heb ik het verhaal herschreven, ook heeft een collega-auteur er kritisch naar gekeken. Vervolgens heb ik het boek weer naar een aantal uitgevers gestuurd. Weer ontving ik afwijzingen, maar nu met een opmerking erbij over bijvoorbeeld een aantrekkelijke schrijfstijl en dan volgde er nog een ‘maar’.

Uitgeverij Clavis nodigde me, alweer bijna twee jaar geleden, zelfs uit voor een gesprek. Mijn stijl sprak hen aan, maar verhalenbundels gaven ze niet veel uit. Ze legde uit naar wat voor soort boeken ze wel op zoek waren. Dat bleek een vruchtbaar gesprek, want deze zomer komt er bij hen een boek voor 10+ uit en dat is zelfs gebombardeerd tot het eerste deel van een serie. Ik ben nu heel druk met het schrijven van deel 2.

Intussen was ik ook gaan oefenen met avi-schrijven en had ik het geluk dat iemand mij tipte dat uitgeverij Delubas nieuwe avi-auteurs zocht. Ik stuurde hen mijn avi-verhalen toe en kreeg een proefopdracht voor het schrijven van een samenleesboek. Dat verzoek kreeg ik bijna twee jaar geleden, het boek met de titel ‘De zeehond zonder naam’ ligt nu pas in de winkel. De uitgeverswereld is dus ook behoorlijk traag. Gelukkig was Delubas zo tevreden dat ik nog een boek mocht schrijven, dat zal in mei verschijnen.

Hoe koos je welke uitgeverijen je benaderde met je manuscript?

Door op internet en in de bibliotheek naar vergelijkbare boeken te zoeken qua stijl en genre en te kijken wie de uitgever is. Het is erg belangrijk dat je dat onderzoekt, het is gewoon zonde van porto en papier om lukraak wat uitgevers te benaderen.

Hoe kunnen mensen jouw boeken kopen?

Ik heb thuis een stapel liggen. Voor kennissen, vrienden en andere geïnteresseerden die een gesigneerd exemplaar willen. Mensen kunnen die kopen via mijn mijn website

‘De zeehond zonder naam’ en de volgende twee boeken die uit zullen komen zijn bij Bol.com te koop.

‘Kikkerpoep en Saharazand’ is in een boekenabonnement verschenen en dus niet los te koop in de (internet)boekhandel, maar kan wel bij mij besteld worden.

De verhalenbundel ‘Heksen, bollen en glazen trollen’ is geloof ik uitverkocht, er komt geen nieuwe druk meer.

Wat raad je moeders aan die een boek willen schrijven/ schrijfster willen worden?

Heel veel oefenen, veel schrijfboeken lezen, cursussen volgen zodat je feedback op je werk krijgt van mensen die er verstand van hebben en vooral niet te snel opgeven. Ook is het belangrijk om een schrijfnetwerk te hebben. Er zijn diverse fora op dit gebied. Daar kun je heel veel leren en bovendien kun je zo wel eens een voor jou gouden tip krijgen. Ik denk dat het belangrijk is om open te staan voor feedback en goede adviezen.

Heb je een favoriet kinderboek/ kinderboekenschrijfster?

Ik was vroeger gek op Guus Kuijer en dan vooral op de boeken van Madelief. Annie M.G. Schmidt ontdekte ik pas door het voorlezen, en is nu een van mijn favorieten.

Over het algemeen springen vooral losse titels eruit en niet een heel oeuvre van iemand. Wat me het meeste aanspreekt zijn boeken waarin met humor de verbazing van een kind over zijn leven wordt beschreven. Dat kan een luchtig onderwerp zijn zoals in het boek ‘Deesje’ van Joke van Leeuwen over een meisje dat door haar verlegenheid juist in de meest bizarre situaties terechtkomt maar ook een zwaar onderwerp zoals ‘Twee tieten in een envelop’ van Wim Daniëls, over een meisje dat haar moeder verliest aan borstkanker.

Lezen je kinderen je boeken?

Ja, die zijn heel trots en laten de boeken ook op school zien.

Speelt je moederschap een rol in je schrijven van kinderboeken?

Door het moederschap heb ik altijd veel kinderen om me heen en zie ik wat hen bezighoudt, wat voor problemen ze kunnen hebben, hoe ze naar de wereld kijken en wat voor dingen ze mee maken en dat is een bron van inspiratie.

Zie je ontwikkelingen in kinderboeken? De huidige generatie veertigers las bijv. de Dolle Tweeling van Enid Blython en Kruistocht in spijkerbroek. Nu leest mijn dochter Carry Slee en Francine Oomen. Ik krijg de indruk dat de onderwerpen zwaarder zijn geworden. Herken je dit?

De voorbeelden die je noemt zijn denk ik vooral het resultaat van het vinden van een gat in de markt. Tijdens mijn jeugd waren er nauwelijks boeken voor kinderen in de (pre)puberteit. Met als gevolg dat ik op mijn twaalfde alles van Jan Wolkers las.

Gelukkig zijn puberonderwerpen tegenwoordig bespreekbaar en snapt men nu dat boeken over die onderwerpen voor kinderen juist een veilige manier zijn om met puberproblemen kennis te maken. Door te lezen hoe andere kinderen met problemen omgaan, krijgt een kind een voorbeeld over hoe je dingen op kunt lossen of hoe je het juist niet moet doen. Dat werkt vaak beter dan een waarschuwende ouder.

Ik denk dat het kind tegenwoordig veel serieuzer genomen wordt, en dat uit zich ook in een breder aanbod van boeken. Ik vind dat een goede ontwikkeling. Vroeger werd je in het echte leven net zo goed met dat soort serieuze onderwerpen geconfronteerd, maar begreep je er als kind niets van, en moest je je er vervolgens maar mee zien te redden. Er iets over lezen kon in elk geval niet.

Hoe zie je je toekomst als schrijfster?

Ik zou graag heel verschillende dingen schrijven. En er moet natuurlijk nog een film komen, want toen mijn dochter laatst een film aanzette zei ze tegen me: ‘Het zou mooi zijn, hè mama, als er eens een boek van jou verfilmd wordt.’ De lat ligt dus hoog. Het bereiken van die lat, daar durf ik alleen nog maar over te dromen.

Wil je meer weten?

Surf dan snel naar Fabiens website!

Fabienvankempen.nl

Kinderboeken van vroeger

Foto: Gea Schenk

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *